Didi van Son was een textielkunstenares met een uitgebreide technische kennis. In haar wandkleden benadrukte ze van elke stof de individuele eigenschappen, zoals de textuur en de kleur. Ook keek ze naar licht, schaduw en de val van de plooien. Deze benadering is duidelijk terug te zien in het werk Zon in Water. Over haar werkmethode zei Van Son zelf: ‘Heerlijk werk. Zwaar werk. De stoffen willen niet altijd zoals ik wil. Elk wandkleed [...] is een letterlijk en figuurlijk gevecht met de materie. [...] De hoofdlijnen zijn bedacht, maar tijdens het plooien, vormen, schikken en herschikken ontstaat gelukkig ruimte voor invallen en gelukstreffers.’
De voorstellingen van Van Sons wandkleden verwijzen vaak naar fenomenen uit de natuur en bewegen tussen de abstractie en de figuratie.
In de jaren zeventig en tachtig had Van Son vele exposities, met name in Zuid-Holland. In 1988 deed ze mee aan een tentoonstelling in het provinciehuis in Den Haag met vier vrouwelijke kunstenaars, van wie twee leerlingen van haar. Van Son woonde en werkte toentertijd in Scheveningen, waar ze tevens haar opleiding had gevolgd aan het Instituut voor Kunstnaaldwerk.
Dit werk maakt deel uit van de kunstcollectie van de provincie Zuid-Holland.